|
Terrorisme en de Koerden
Welke factoren hadden invloed op het ontstaan van een Koerdische terreurorganisatie in Turkije tijdens de 20ste eeuw?
"De vrouwelijke PKK-leden werden gedwongen om samen met Apo groepsseks in zijn jakuzi te hebben."(1)
Zo luidt een zin uit het nieuwe boek van voormalig PKK-leider Abdullah Öcalan en zijn rechterhand Şemdin Sakık dat vanuit de gevangenis is geschreven. Met dit boek ontstaat de vraag waarom de uiterst gewelddadige terreurbeweging PKK ontstond. Om dit te verwezenlijken, luidt de hoofdvraag als volgt: 'Welke factoren hadden invloed op het ontstaan van een Koerdische terreurorganisatie in Turkije tijdens de 20ste eeuw?'.
De voorgeschiedenis van het Koerdische nationalisme begint na de ondergang van het Osmaanse Rijk en de daarop volgende Onafhankelijkheidsoorlog van de Republiek Turkije onder de nationale volksheld Mustafa Kemal Atatürk. De Geallieerden wilden het gebied van het Osmaanse Rijk verdelen onder de etnische minderheden, maar zagen ervan af toen de Turken alle bezettende troepen verdreven. Het opkomende nationalisme beïnvloedde vrijwel geheel Europa en dus ook de Turken en Koerden, wat voor invloed betreft het dan precies?
Dit legt de eerste stelling uit: 'Vanwege het opkomende nationalisme is de Eerste Wereldoorlog belangrijk voor het ontstaan van een Koerdische terreurorganisatie.'
Vrij weinig mensen weten vervolgens dat veel van de Koerden, en dus ook de terreurgroep PKK, zeer communistisch ingesteld zijn. Dit moet wel een direct gevolg zijn van de invloed en steun van de Sovjet-Unie of juist niet? Heeft het communisme een hele andere invloed gehad op de Koerden? Wat gebeurde er vervolgens na de ondergang van de Sovjet-Unie in 1989? Is het toeval dat de Koerden pas in 1978 de PKK oprichten en vervolgens vanaf 1984 een oorlog ontketenen? De tweede stelling luidt dan ook als volgt: 'Vanwege het feit dat de Koerdische terreurorganisatie communistisch was, was de Sovjet-Unie belangrijk voor het ontstaan ervan.'
Voortbordurend op het voorgaande wordt het ontstaan van de PKK verder uitgezocht via de derde stelling: 'Vanwege het feit dat Abdullah Öcalan het terrorisme als een middel zag, was Öcalan belangrijk voor het ontstaan van een Koerdische terreurorganisatie.' Waarom zochten de terroristische leden van de PKK steun bij Syrië en Griekenland vanaf 1991? Is het omdat de Sovjet-Unie nu uit het plaatje verdwenen was? Dit alles zal met zoveel mogelijk feiten worden achterhaald. Als laatst, maar zeker niet als minst belangrijkste, worden de successen van Turkije tegen de PKK vermeldt. Na de vangst en berechtstelling van de oprichter en leider van de PKK, is het geweld gedaald naar een laag pitje. Had Öcalan zo een grote invloed op de PKK of is het vooral een gevoel van verslagenheid waardoor de PKK uitgespeeld lijkt? Dat Turkije, net nu het geweld vrijwel opgehouden is, concessies doet, lijkt een beloning voor de Koerden die wel door middel van een dialoog een oplossing zoeken. Deze Koerden werden zelf ook door de terroristen van de PKK bedreigd, opgespoord en vermoord. Het lijkt nu dus wel alsof beide kanten zonder het gebruik van geweld best tot een overeenstemming kunnen komen.
Hoofdstuk 1:
'Vanwege het opkomende nationalisme is de Eerste Wereldoorlog belangrijk voor het ontstaan van een Koerdische terreurorganisatie.'
Na afloop van de Eerste Wereldoorlog waren er in het Osmaanse Rijk vele dingen veranderd. Het voormalige grondgebied werd opgedeeld onder de Geallieerde overwinaars, dat wil zeggen Engelse, Franse, Italiaanse, Griekse, Armeense en enkele lokale milities. Onder de ruïnes van dit voormalige Osmaanse Rijk, ontstond een nieuw land. Onder de charismatische leider Mustafa Kemal Atatürk lukte het de Turken om alle bezettende troepen uit de huidige grenzen van de Republiek Turkije te verdrijven.(2)
Het Osmaanse Rijk in de 16e eeuw
Om deze Eerste Wereldoorlog tot een goed eind te brengen kwamen de Engelsen al op een vroeg stadium op het idee om de verschillende etnische minderheden in het Osmaanse Rijk met het nationalisme te laten kennismaken door middel van onrust zaaiende infiltranten (zoals de beroemde T.A. Lawrence, bijgenaamd Lawrence of Arabia). Dit had vooral bij de Arabieren en Armeniërs een gewillig oor. Over de Arabieren kunnen we kort en krachtig zeggen dat ze onder invloed van het nationalisme een anti-Turkse ideologie ontwikkelden, te weten het Pan-Arabisme.(3) Dit was de droom van een Groot-Arabisch Rijk waarin de niet-Arabische Turken zouden worden gearabiseerd.
Dit verklaart dan ook de Arabische opstand tegen de Turken in de Eerste Wereldoorlog, wat een van de redenen was voor het verlies van de Osmaanse Turken in de Eerste Wereldoorlog.(4) Aan de andere kant zijn er geen gegevens bekend over Koerdische opstanden aan de hand van dit opkomende nationalisme. Het blijkt dus dat de Koerden zich niet zozeer konden identificeren met deze nieuwe ideologie.
Zoals eerder vermeld hadden de Armeniërs wel een opstand veroorzaakt, namelijk in samenwerking met de Russen in Oost-Turkije. De verklaring hiervoor ligt waarschijnlijk bij het verschil van godsdienst (de Armeniërs waren christenen) en de interventie van Rusland die infiltranten naar de Armeniërs stuurden om onrust te stoken (net als de Britten bij de Arabieren). Hierbij werden de niet-Armeense bevolkingen verdreven uit de Oostelijke steden, het Osmaanse regime antwoordde door Osmaanse troepen op ze af te sturen. Er moet hier opgemerkt worden dat het begrip Osmanen werd gebruikt voor de onderdanen van de heersende Sultan, er werd dus geen onderscheid gemaakt tussen Turken en Koerden. Zowel door de opstandige Armeniërs die zowel Turken als Koerden aanvielen, als door de Osmanen onderling (dus Turken én Koerden) die de Armeniërs als collaborateurs beschouwden.(5)
Waar de bittere oorlog uiteindelijk ten eind kwam, werd er een vredesverdrag ondertekend. De overgave van het Osmaanse Rijk was, tegelijk met zijn machtige bondgenoot Duitsland, op 27 oktober 1918 op het eilandje Mutros tussen de Griekse en Turkse kust.(6)
Een vredesverdrag kwam echter pas op 10 augustus 1920 in een voorstad van Parijs, genaamd Sevres. De tussenliggende periode was nodig om een verdeling en bezetting van Turks grondgebied tot in de puntjes te verzorgen.(7) Hierbij werd er een groot stuk land in Oost-Turkije voor de Armeniërs gereserveerd, alle Arabische provincies werden bezet, de Grieken kregen de Westkust, de Italianen Zuidwest Turkije, de Fransen kregen Zuidoost Turkije en de Engelsen kregen İstanbul en de grensstreek met Irak. Ook was er een autonome staat voor de Koerden opgenomen in het verdrag.(8)
Hierop brak er een Onafhankelijkheidsstrijd uit door de Turken tegen alle bovengenoemde partijen van 1920 tot 1922. Het resultaat was nu vervolgens dat de Grieken, Armeniërs, Italianen, Fransen en Engelsen allemaal verslagen werden en hierdoor afzagen van hun plannen. Dit werd vervolgens weer vastgelegd in het nieuwe vredesverdrag in Lausanne op 24 juli 1923.(9)
De Koerden echter waren een verhaal apart, er zijn geen nationalistische grootschalige opstanden bekend in deze periode tot 1923. Waar de Armeniërs en Arabieren tijdens de ‘Grote Oorlog’ al in opstand waren gekomen, bleven de Koerden strijden tegen deze groepen in naam van de Osmaanse Sultan.(10)
Toen de Osmanen vervolgens verloren, werden degene die de Geallieerden hadden geholpen met opstanden hiervoor beloond. Maar de Koerden hadden, weliswaar wel in lokale milities, niet in grote getallen strijd geleverd tegen de Turken in de Eerste Wereldoorlog en ook niet tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog. Integendeel zelfs, desondanks werd er een autonoom Koerdisch gebied gereserveerd door de Geallieerden.
Maar waar de Koerden zij aan zij met de Turken vochten, waren er uiteraard ook lokale Koerdische milities die het concept wel zagen zitten. Toen deze echter vrij snel verslagen werden door de Turkse troepen, kwamen de meeste Koerden tot de conclusie dat de ideeën van de Turkse leider Mustafa Kemal Atatürk voor een seculiere staat in Turkije wel eens in hun voordeel zouden kunnen gaan werken.(11)
Hoofdstuk 2:
'Vanwege het feit dat de Koerdische terreurorganisatie communistisch was, was de Sovjet-Unie belangrijk voor het ontstaan ervan.'
Waar tijdens de Eerste Wereldoorlog de Russen dachten de Turken snel te kunnen verslaan, werd juist het tegenovergestelde de waarheid. De Russen ondergingen vervolgens een metamorfose en kwamen terug als de Sovjet-Unie. In deze nieuwe gedaante zorgden de Sovjets nog eens voor invloeden in de Oostelijke regio’s van Turkije.(12)
In de loop van de geschiedenis werden de Russen en Turken aartsvijanden, dit kwam ook in de Eerste Wereldoorlog goed naar voren. Toen de Turken oprukten naar de steden Kars en Artvin om deze te heroveren na ze eerst in 1878 aan de Russen te hebben verloren, waren de Russen snel met het vinden van steun. Deze steun zochten de Russen in die multi-etnische steden zelf, daar woonden namelijk onder andere Koerden en Armeniërs. Het bleek vervolgens al snel dat de Koerden niet of nauwelijks vatbaar waren voor dit soort Russisch propaganda. De Armeniërs hiertegenover deelden hetzelfde orthodox-christelijke geloof als de Russen en waren al, onder invloed van het nationalisme, opstandig geworden tegen de Osmaanse Turken.(13)
De Koerden kwamen hierdoor lijnrecht tegen de Armeniërs en Russen te staan, maar toen de Russen uiteindelijk de communistische staat Sovjet-Unie stichtten, veranderde dit. Met de stichting van zowel de Sovjet-Unie als de Republiek Turkije werden deze twee nieuwe staten elkaars buren. Van vriendschap was geen sprake, aangezien de Sovjets hun communistische visie zoveel mogelijk probeerde te verspreiden. Dit lukte bij de Armeniërs, Georgiërs en Azeri’s, maar niet bij de Turken. Tenminste niet tot de jaren zeventig en tachtig, in deze jaren ontstonden er langzaam maar zeker ook communistische partijen in Turkije. Waar de Turken grotendeels vasthielden aan de Westerse wereld, begonnen de Russen de Koerden wel te winnen in hun communistische visie. Dit verklaart dan ook de stichting van de communistische Koerdische partij, de PKK.(14) Helaas bleef het niet hierbij en werd de PKK kort hierna een terroristische communistische Koerdische partij.
De steun van de Sovjet-Unie aan de communistische partijen in Turkije, bleek niks nieuws onder de zon. Aangezien vrijwel alle communistische partijen uit die jaren steun of invloed vanuit Moskou kregen, ook buiten Turkije.
Maar het waren vooral de Koerden die geïnteresseerd bleken in deze ideologie. Dit kwam vooral doordat de Koerden zich door de Turkse overheid toch op de ene of de andere manier achtergesteld voelden.(16)
Dit kwam onder andere weer door de wetten van Turkije; zo mocht je bijvoorbeeld geen buitenlandse taal in openbare gebouwen spreken. Hieronder vielen dus ook de Koerdische dialecten in de scholen. Verder waren buitenlandse namen voor Turkse burgers verboden, dus ook Koerdische namen. Als laatst waren separatistische uitingen verboden, hieronder vielen dus ook Koerdische kranten en televisiezenders.(17)
Hier bovenop kwam nog de simpele reden dat het de oostelijke gebieden van Turkije economische en financieel relatief minder voor de wind ging dan de westelijke gebieden. De oostelijke gebieden zagen vervolgens de buurlanden overstappen op het communistische systeem en floreren door subsidies vanuit Moskou. In die periode vlak voordat de Sovjet-Unie instortte zijn er dan ook vele Koerdische studenten gesignaleerd in gezelschap van belangrijke Sovjet leiders. Ook na de ineenstorting van de Sovjet-Unie zijn er nog geregeld Koerdische communisten op bezoek in Moskou gegaan, denk bijvoorbeeld maar aan Abdullah Öcalan in de jaren 90.(18)
Dus ook de communistische partijen in Turkije zijn gefinancierd door Moskou, hiermee heeft vooral de Koerdische arbeiderspartij geprofiteerd. Daartegenover ontving de Turkse overheid steun en financiering van de Verenigde Staten van Amerika.(19)
Zo konden de communistische Turken en Koerden samenwerken in de strijd tegen het Amerikaanse imperialisme, ook hier vochten er dus Turken en Koerden samen zij aan zij tegen een gezamenlijke tegenstander. Alhoewel de tegenstanders hier ook Turken en Koerden waren.(20)
Hoofdstuk 3:
'Vanwege het feit dat Abdullah Öcalan het terrorisme als een middel zag, was Öcalan belangrijk voor het ontstaan van een Koerdische terreurorganisatie.'
In die tumultueuze tijd van de Koude Oorlog ontstonden er meerdere twistpunten op de wereld. Zo ook in Turkije, waar het communisme zo ingeweven werd in het Koerdische nationalisme dat het feit dat de Koude Oorlog al tot zijn eind gekomen was, geen invloed had.
In die woelige jaren 70 en 80 waren er vele studenten in de Turkse hoofdstad Ankara die een communistische visie erop na hielden. Zo ook een Koerdische student, genaamd Abdullah Öcalan. Het was dan ook deze Öcalan die, een in eerste instantie, communistische partij oprichtte op de universiteit in Ankara. In die periode waren er geregeld vechtpartijen tussen rechts en links, waarbij Öcalan in 1973 een gevangenisstraf kreeg van enkele maanden voor zijn deelname hieraan.(21)
Toen Öcalan uiteindelijk vrijgelaten werd uit de gevangenis en de Koerdische Arbeiderspartij, oftewel de Partiye Karkeran Kurdistan, in november 1978 stichtte, was de invloed van het nationalisme al zichtbaar.(22) Het karakter van deze nieuwe partij bleek veel gewelddadiger dan zijn voorgangers, het bleek zowel rechtse als linkse ideeën erop na te houden. Dit werd duidelijk toen er aanslagen tegen Turken én rechtse aanhangers gepleegd werden. Het eerste voorbeeld hiervan was de moord op de vice-voorzitter van de Milliyetçi Hareket Parti in mei 1980. De MHP was namelijk een rechtse partij die fel tegen het communisme was. Hierna volgde de moord op de linkse oud-premier Nihat Erim in juli 1980, waarschijnlijk omdat hij de voormalige vertegenwoordiger van de Turkse overheid was.(23)
Dit illustreert de beweegredenen van de PKK, er werd zowel een oorlog tegen anticommunisme als tegen Turken gevoerd. Al snel echter werden Öcalan en zijn aanhangers gedwongen het land te verlaten doordat de militaire strijdkrachten van Turkije de macht uit handen van de staat namen om de geweldplegers zo snel mogelijk te pakken en terecht te stellen. Dit gebeurde op 12 september 1980 en na zowel extreem rechts als extreem links te hebben weggeveegd, organiseerden ze verkiezingen in 1982 alvorens zelf weer in de kazernes te verdwijnen.(24)
In die periode werden enkele tienduizenden extreem links- of rechts-aanhangers opgepakt, maar Öcalan had kans gezien het land uit komen. Tot ieders verbazing dook Öcalan nog dezelfde maand op in Syrië, waar hij gezien werd in Damascus.(25)
Doordat de Sovjet-Unie in de jaren 80 al begon te wankelen koos Öcalan voor een stabielere regio, namelijk Syrië en Libanon. In deze twee landen werden de eerste guerrillastrijders opgeleid door Syrische, Palestijnse en Griekse officieren. Hiernaast steunden de regeringen van Syrië en Griekenland de PKK ook op financieel gebied, dit vanwege hun vijandschap tegen Turkije sinds hun nederlaag tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog .(26)
Nadat de Irak-Iran oorlog uitbrak verminderden de Irakese troepen in het noorden van Irak waardoor Öcalan en zijn PKK kans zagen om de banden met de Koerden in Noord-Irak aan te halen. Dit zorgde voor een verdere internationalisering van de PKK en zijn terroristische activiteiten tegen Turkije en Irak onder leiding van Abdullah Öcalan.(27)
De rekrutering van PKK leden was nu geen probleem, maar de financiering was een ander punt. Dit werd, naast bovenstaande subsidies, vooral verwezenlijkt door de smokkel van drugs vanuit Afghanistan, via Iran, Irak en Turkije naar Europa, waar ook Koerdische minderheden zijn.(28) Het is dan ook geen toeval dat het merendeel van de drugsbazen in Europa en Turkije van Koerdische komaf zijn.(29)
Waar de rekrutering en financiering weliswaar allemaal uitstekend georganiseerd waren door Öcalan, bleek het meerdere malen dat er ook Koerden waren die voor de Turken kozen. Deze Koerden werden, net als Turkse burgers, samen met hun hele familie genadeloos afgestraft door de PKK, zoals Abdullah Öcalan zelf toegaf in juni 1988.(30) Deze en andere wreedheden werden beantwoord door de Turkse overheid met het platbranden van dorpen waar men vermeende PKK leden hielp, hierbij werd steeds vaker de grens overgestoken naar Irak en Syrië.(30)
Totdat er in oktober 1998 uiteindelijk een ultimatum werd gesteld aan Syrië, de uitbanning van Öcalan en de PKK of oorlog. Deze agressievere houding van Turkije ten opzichte van de PKK bleek te werken; Syrië stuurde Öcalan meteen weg en na druk van Turkije werd hij achtereenvolgens uitgezet in Armenië, Rusland, Griekenland, Nederland en Italië.(31) Alleen Kenia leek bereid, maar hier werd hij al snel door Turkse commando’s opgepakt en teruggevoerd naar Turkije op 16 februari 1999.(32)
Nu lijkt de crises voorbij, waar Öcalan vanuit gevangenschap alle vormen van geweld afkeurt en openlijk het bevel voor de overgave van de PKK geeft, is ook Turkije bereid om concessies te doen. Zo zijn er bijvoorbeeld al enkele Koerdische kranten en zenders toegelaten, net als het spreken van de Koerdische taal en het benoemen van Koerdische namen.(33)
Eindconclusie
Nu zijn we dan toe aan de eindconclusie. Om de eindconclusie te kunnen beantwoorden moeten we eerst de drie stellingen behandelen. Deze deelconclusies zijn namelijk een belangrijk onderdeel van de eindconclusie.
De conclusie op de eerste stelling ‘Vanwege het opkomende nationalisme is de Eerste Wereldoorlog belangrijk voor het ontstaan van een Koerdische terreurorganisatie’ luidt dan ook als volgt. Waar het, zo op het eerste oog, lijkt alsof de Eerste Wereldoorlog en zijn nasleep geen directe invloed hebben gehad op het ontstaan van een Koerdische terreurorganisatie, verandert dit beeld bij nader inzien. Natuurlijk vormden de Koerden hier nog een solide front met de Turken onder de benaming Osmanen, en natuurlijk kwamen de Koerden niet of nauwelijks in opstand in de periode tot 1923 in tegenstelling tot de Armeniërs of Arabieren. Maar was het opkomende nationalisme geen reden voor de Geallieerden om de Koerden toch een autonome staat te geven, ook al eisten de Koerden zelf dit niet. Waar de Koerden zich juist identificeerden met de Turkse bevolking, kregen ze hier een concept van de Geallieerden waar zij helemaal niet over nagedacht hadden. Dit idee zou nog jaren lang rondspoken in de gedachtes van de Koerden. De Eerste Wereldoorlog kan dus kort gezegd niet als directe, maar zeer zeker wel als indirecte invloed beschouwd worden.
Voor de tweede tweede stelling ‘Vanwege het feit dat de Koerdische terreurorganisatie communistisch was, was de Sovjet-Unie belangrijk voor het ontstaan ervan’ komen we tot de volgende deelconclusie. Onder invloed van het communisme en de grootste personificatie ervan, namelijk de Sovjet-Unie, hadden de Koerden voor het eerst een ideologie wat in tegenspraak was met de Turkse overheid. Alhoewel het niet alleen Koerden betrof, was ook dit een reden om een terreurorganisatie te stichten. Hetgeen ook gebeurd is in die periode, het aanhangen van die ideologie op zijn beurt, was weer een opeenstapeling van factoren zoals armoede en gevoelens van discriminatie. Of de Sovjet-Unie dus direct een invloed had op het stichten van een Koerdische terreurorganisatie, is hoogstwaarschijnlijk negatief te beantwoorden. Hiertegenover hadden de Sovjets met hun ideologie wel een indirecte invloed op het stichten van een Koerdische terreurorganisatie waarmee ze hun nieuw verworven ideologie konden realiseren.
Bij de laatste en derde stelling ‘Vanwege het feit dat Abdullah Öcalan het terrorisme als een middel zag, was Öcalan belangrijk voor het ontstaan van een Koerdische terreurorganisatie’ komen we tot de volgende deelconclusie. Abdullah Öcalan raakte zelf weer onder de invloed van twee factoren, namelijk de indirecte gevolgen van stelling één en twee. Dit zijn respectievelijk het nationalisme en het communisme.
Hierna was het de beurt aan Öcalan om zelf een organisatie te beginnen die twee doelen wilden verwezenlijken met als middel puur geweld. Die twee doelen slaan weer terug op de eerste twee stellingen, namelijk een communistische Koerdische staat. Je zou dus vrij simpel kunnen zeggen dat Öcalan, als stichter van de PKK, een vrij grote en ook directe invloed had op het creëren en organiseren van een Koerdische terreurorganisatie.
De hoofdvraag ‘Welke factoren hadden invloed op het ontstaan van een Koerdische terreurorganisatie in Turkije tijdens de 20ste eeuw?’ kan dus nu ook beantwoord worden aan de hand van de bovenstaande drie deelconclusies. De Eerste Wereldoorlog met zijn nasleep en de Sovjet-Unie met zijn ideologie zijn de twee grootste indirecte factoren die bijgedragen hebben aan de vorming van een Koerdische terreurorganisatie. Dit in tegenstelling tot Abdullah Öcalan die een directe invloed had in het geheel, zijn rol was dan ook de grootste directe invloed in het ontstaan van een Koerdische terreurorganisatie. Het was namelijk Öcalan die het terroristische element toevoegde aan de al bestaande ideologieën. Zonder Abdullah Öcalan zou er hoogstwaarschijnlijk geen Koerdische terreurorganisatie in Turkije ontstaan zijn gedurende de 20ste eeuw, alleen ideologische en politieke partijen.
Literatuurlijst
Boeken:
- B. Lewis, Het Midden-Oosten, Amsterdam 2002
- R. Bakker, Geschiedenis van Turkije, Amsterdam 1997
- E.J. Zürcher, Geschiedenis van het moderne Turkije, Nijmegen 1995
- F. Bovenkerk & Y. Yeşilgöz, De maffia van Turkije, Amsterdam 1998
- M. van Bruinessen, Kurdish Ethno-Nationalism vs. Nation-Building States, Istanbul 2000
- H. J. Barkey & G.E. Fuller, Turkey’s Kurdish Question, New York 1998
- L. I. Meho, The Kurds and Kurdistan, Londen 1997
- R. Olson, The Kurdish nationalist movement in the 1990’s, Kentucky 1996
- M. Orhan Bayrak, Türk İmparatorlukları tarihi (Geschiedenis van de Turkse Rijken), İstanbul 2002
- J. McCarthy, The Ottoman Turks, New York 1997
Artikelen:
- Kevin McKiernan, Turkey's war on the Kurds, Bulletin of the atomic scientists, Volume: 55, Issue: 2 (1 maart, 1999), blz. 13
- Michael Radu, The Rise and Fall of the PKK, Orbis, Volume: 45, Issue: 1 (1 januari, 2001), blz. 18
- Michael M Gunter, The continuing Kurdish problem in Turkey after Öcalan's capture, Third world quarterly, Volume: 21, Issue: 5 (1 oktober, 2000), blz. 25
Armand Sağ
1 februari 2005
© Armand Sağ 2005
1. Uit de boekbespreking van de Turkse krant ‘Hürriyet’ van vrijdag 7 januari 2005. Het boek ‘Apo’ komt begin 2005 in İstanbul uit en beslaat 366 bladzijden. Het is geschreven door Sakık aan de hand van citaten van Öcalan.
2. B. Lewis, Het Midden-Oosten (Amsterdam, 2002) 337.
3. B. Lewis, Het Midden-Oosten (Amsterdam, 2002) 331-334.
4. E.J. Zürcher, Een geschiedenis van het moderne Turkije (Nijmegen, 1995) 174-179.
5. J. McCarthy, The Ottoman Turks (New York, 1997) 363-366.
6. idem 366.
7. R. Bakker, Geschiedenis van Turkije (Amsterdam, 1997) 151.
8. E.J. Zürcher, Een geschiedenis van het moderne Turkije (Nijmegen, 1995) 174-179.
9. R. Bakker, Geschiedenis van Turkije (Amsterdam, 1997) 153.
10. M. van Bruinessen, Kurdish Ethno-Nationalism vs. Nation-Building State (Istanbul 2000).
11.
E.J. Zürcher, Een geschiedenis van het moderne Turkije (Nijmegen, 1995) 186-199.
12. B. Lewis, Het Midden-Oosten (Amsterdam, 2002) 332.
13. E.J. Zürcher, Een geschiedenis van het moderne Turkije (Nijmegen, 1995) 139-141.
14. Michael Radu, The Rise and Fall of the PKK, Orbis, Volume: 45, Issue: 1 (1 januari, 2001)
15. H. J. Barkey & G.E. Fuller, Turkey’s Kurdish Question (New York 1998) 121.
16. Kevin McKiernan, Turkey's war on the Kurds, Bulletin of the atomic scientists, Volume: 55, Issue: 2 (1 maart, 1999)
17. Michael M Gunter, The continuing Kurdish problem in Turkey after Öcalan's capture, Third world quarterly, Volume: 21, Issue: 5 (1 oktober, 2000)
18. idem
19. Michael Radu, The Rise and Fall of the PKK, Orbis, Volume: 45, Issue: 1 (1 januari, 2001)
20. Michael Radu, The Rise and Fall of the PKK, Orbis, Volume: 45, Issue: 1 (1 januari, 2001)
21. R. Olson, The Kurdish nationalist movement in the 1990’s (Kentucky 1996) 53-69.
22. E.J. Zürcher, Een geschiedenis van het moderne Turkije (Nijmegen, 1995) 325.
23. idem 345-348.
24. E.J. Zürcher, Een geschiedenis van het moderne Turkije (Nijmegen, 1995) 377.
25. R. Bakker, Geschiedenis van Turkije (Amsterdam, 1997) 187.
26. idem 378.
27. F. Bovenkerk & Y. Yeşilgöz, De maffia van Turkije (Amsterdam 1998) 257.
28. idem 293.
29. E.J. Zürcher, Een geschiedenis van het moderne Turkije (Nijmegen, 1995) 379.
30. L. I. Meho, The Kurds and Kurdistan (Londen 1997) 139.
31. Kevin McKiernan, Turkey's war on the Kurds, Bulletin of the atomic scientists, Volume: 55, Issue: 2 (1 maart, 1999)
32. Michael M Gunter, The continuing Kurdish problem in Turkey after Öcalan's capture, Third world quarterly, Volume: 21, Issue: 5 (1 oktober, 2000)
33. idem
|